Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Jezus zeide tot hem: [61]Gij hebt het gezegd. Doch Ik zeg ulieden: Van nu aan [62]zult gij zien den Zoon des mensen, zittende ter rechter[hand] der kracht [Gods], en komende op de wolken des hemels. 61. Zie hier voor vs.25. 62. Dat is, gij zult alsdan metterdaad bevinden, dat Ik de Zoon Gods ben, inzonderheid als gij voor Mij zult moeten verschijnen om geoordeeld te worden.